Later wil ik even stoer zijn als jij
“Later wil ik even stoer zijn als jij.”
– Dertienjarig meisje tegen achttienjarige Lenke
Ik was achttien jaar en had geen idee waar ik heen ging. Ik dacht dat ik de wereld kon veroveren in mijn onverschrokken outfit: lange zwarte jas en laarzen op een strak grijs minirokje. Ik deed wanhopig alsof ik wist waar ik heen ging.
Blijkbaar maakte het indruk op de
buitenwereld.
Vanbinnen borrelde er één grote maalstroom
van angsten en onzekerheden door mijn lijf. Ik wist helemaal niet wat te doen
met mezelf. Ik durfde de weg nog niet vragen aan een vreemde op straat en liep
liever twee uur verloren in een onbekende stad. Dat was de tijd voor google maps in de palm van je hand je kritiekloos de weg kon wijzen.
Mijn brein vormde een constante rivier aan
grillige gedachten. Gedachten die de ene dag enthousiast van een waterval
wilden kletteren, om de volgende dag als een wilde zalm weer stroomopwaarts te
willen springen.
Ik was net van de middelbare Steinerschool
af, en méer dan schoolmoe had ik beslist niet verder te studeren. Ik ging
alleen wonen, geld verdienen en een prins op een mooi paard zou me vinden en
meenemen naar zijn paleis waar we lang en gelukkig liefdevol gingen leven.
Alleen liet die wilde onzekere stroom aan
gedachten niet toe om dat ideale plaatje, gevormd door de maatschappij, te vervolmaken. Ik vond geen werk.
Want ik durfde niet reageren op berichten in de Zoekertjeskrant. En ik durfde
al zeker niet achter op een mooi paard te springen.
Ik voelde me dus zeker niet stoer.
Maar die dag. Die dag dat een dertienjarig
meisje mij en mijn stoere uitstraling zag en zei dat ze later ook zo wou zijn.
Die dag en dat compliment deden me beseffen dat ik mijn voorgewende stoere
imago ook echt waar wou maken.
Het gebeurde niet van de ene dag op de
andere. Ik heb nog vele modderige rivieren doorploeterd, maar ik ben verder
geraakt. Ik studeerde psychologie. Ik ging in therapie om mijn overaanwezige
onzekerheden die ik verborg achter een ongenaakbare houding, te ontmantelen. Ik
ging met schroom een interimbureau binnen en vond werk. Ik ben op verschillende
paarden gesprongen en er ook weer afgevallen.
Vandaag de dag kan ik nog onzeker zijn,
maar ik zal geen twee uur meer doelloos rondlopen omdat ik de weg niet durf
vragen. Leve google maps en mijn ontwikkelde lef om de weg te vragen.
En leve dat dertienjarige meisje dat me met haar grote bruine ogen vol vrije verwachting aankeek en me een cool ompliment gaf dat me de moed insprak om het leven aan te grijpen zoals het zich aanbood.
Mijn stoere zus! En wat ben ik trots dat je nu de weg gewoon vraagt! Xx
BeantwoordenVerwijderen