Later wil ik even stoer zijn als jij

37 Realistic Things Ben Higgins Needs To Realize About The ...

Later wil ik even stoer zijn als jij.” – Dertienjarig meisje tegen achttienjarige Lenke

Ik was achttien jaar en had geen idee waar ik heen ging. Ik dacht dat ik  de wereld kon veroveren in mijn onverschrokken outfit: lange zwarte jas en laarzen op een strak grijs minirokje. Ik deed wanhopig alsof ik wist waar ik heen ging.  

Blijkbaar maakte het indruk op de buitenwereld.

Vanbinnen borrelde er één grote maalstroom van angsten en onzekerheden door mijn lijf. Ik wist helemaal niet wat te doen met mezelf. Ik durfde de weg nog niet vragen aan een vreemde op straat en liep liever twee uur verloren in een onbekende stad. Dat was de tijd voor google maps in de palm van je hand je kritiekloos de weg kon wijzen.

Mijn brein vormde een constante rivier aan grillige gedachten. Gedachten die de ene dag enthousiast van een waterval wilden kletteren, om de volgende dag als een wilde zalm weer stroomopwaarts te willen springen.

Ik was net van de middelbare Steinerschool af, en méer dan schoolmoe had ik beslist niet verder te studeren. Ik ging alleen wonen, geld verdienen en een prins op een mooi paard zou me vinden en meenemen naar zijn paleis waar we lang en gelukkig liefdevol gingen leven.

Alleen liet die wilde onzekere stroom aan gedachten niet toe om dat ideale  plaatje, gevormd door de maatschappij, te vervolmaken. Ik vond geen werk. Want ik durfde niet reageren op berichten in de Zoekertjeskrant. En ik durfde al zeker niet achter op een mooi paard te springen.

Ik voelde me dus zeker niet stoer.

Maar die dag. Die dag dat een dertienjarig meisje mij en mijn stoere uitstraling zag en zei dat ze later ook zo wou zijn. Die dag en dat compliment deden me beseffen dat ik mijn voorgewende stoere imago ook echt waar wou maken.  

Het gebeurde niet van de ene dag op de andere. Ik heb nog vele modderige rivieren doorploeterd, maar ik ben verder geraakt. Ik studeerde psychologie. Ik ging in therapie om mijn overaanwezige onzekerheden die ik verborg achter een ongenaakbare houding, te ontmantelen. Ik ging met schroom een interimbureau binnen en vond werk. Ik ben op verschillende paarden gesprongen en er ook weer afgevallen.  

Vandaag de dag kan ik nog onzeker zijn, maar ik zal geen twee uur meer doelloos rondlopen omdat ik de weg niet durf vragen. Leve google maps en mijn ontwikkelde lef om de weg te vragen.  

En leve dat dertienjarige meisje dat me met haar grote bruine ogen vol vrije verwachting aankeek en me een cool ompliment gaf dat me de moed insprak om het leven aan te grijpen zoals het zich aanbood.

 

 


Reacties

  1. Mijn stoere zus! En wat ben ik trots dat je nu de weg gewoon vraagt! Xx

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Ik kijk uit naar je opbouwende kritiek!

Populaire posts van deze blog

Verassingslunch door collega's

A thought about voluntarism

De ondankbare vluchteling