Wit superioriteitsdenken? Mij overkomt dat niet.

                            

We denken allemaal dat wij niet de racisten zijn.  Het is onze rare buurman, of de eigenaar van dat ene restaurant die altijd met schijnbare tegenzin mensen met een gekleurde huid bedient.

Toen ik besliste om te verhuizen naar Oeganda vond ik mezelf zeker geen racist.
Van wit superioriteitsdenken had ik nog nooit gehoord.

Maar het zit hem in de kleine dingen. Minuscule patronen en gedachtegangen waar ik me sinds kort bewust(er) van ben en die aantonen hoe diep ons wit superioriteitsdenken er in zit.

Laat ik een voorbeeld geven uit mijn dagelijkse leven.

Ik bestel veertig kilo mozzarella in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Ik betaal, zoals altijd netjes vooruit, ook het transport om het tot Masaka te brengen.

Ik geef mijn telefoonnummer, zodat de vrachtwagenbestuurder me kan bellen wanneer hij in de buurt van Masaka is, waar mijn brommerchauffeur de mozzarella kan oppikken.

Werkt al jaren prima zo.

Op de dag van de levering krijg ik een telefoontje van de chauffeur: “Ik ben er bijna, laat je mannetje maar vertrekken. En vergeet niet hem het geld voor het transport mee te geven.”

Ik val uit de lucht. Hoezo betalen? Dat heb ik toch al gedaan? Ik bel meteen mijn leverancier, en die bevestigt me dat alles inderdaad vooruit betaald is.

Wanneer na vijf minuten de chauffeur terugbelt en nog eens vraagt of ik het transport zal betalen, antwoord ik dan ook gedecideerd: “Nee, dat heb ik net nagekeken, en dat is al betaald.”

Er valt een korte stilte.

“Oh. Weet je dat zeker?”

“Ja natuurlijk.”

Weer zo’n lichte aarzeling, en dan doodgewoon:

“Oké.”

En dat is het dan. Probleem opgelost.

Ik leg de telefoon neer en begin me meteen op te winden: Hoe doorzichtig! Wat een stomme truc om het vervoer twee keer betaald te krijgen. Het is altijd hetzelfde met die mannen!

Maar als ik even stil sta bij mezelf, weet ik dat het niet zo is. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt, maar het gebeurt helemaal niet altijd. Mijn ergernis ebt weg en ik begin met mezelf te lachen.

Want heel eerlijk? Wat ik doe is niks anders dan een geïrriteerd oordeel vellen en dat gemakkelijkheidshalve veralgemenen.  

Het is zo makkelijk om te vloeken op een medeweggebruiker die in jouw ogen iets fout doet (want jij bent allicht een onberispelijke chauffeur).
Het is zo makkelijk om je puppy/peuter achter het behang te plakken omdat ie nog steeds niet begrijpt wat je bedoelt met “dat mag niet” (want jij bent natuurlijk een voortreffelijke opvoeder).
Het is zo makkelijk om tegen iemand met een andere huidskleur te roepen: “Ga terug naar je eigen land,” terwijl we al jaren in een zeer huidskleur-gemengde wereld leven en zo’n opmerking kant nog wal raakt (want jij bent met je witte huidskleur ongetwijfeld de enige volmaakt originele inwoner van je land).
Het is zo makkelijk om betrekkelijk anoniem vanachter ons scherm onze scherpe mening direct en ongecensureerd te spuien via sociale media (want iedereen zit ongetwijfeld te wachten op jouw voorbeeldige en accurate mening).

Het is gemakkelijk om mee te gaan met algemeen gedachtegoed zonder moeite te doen om eerst even stil te staan bij onze reactie en ons af te vragen: “Draagt wat ik nu wil zeggen echt bij aan een beter begrip van de situatie?”

In het kader van ‘bekijk het eens vanuit een ander perspectief’, nodig ik je uit om het boek ‘Noughtsand Crosses’ van Malorie Blackman te lezen. Het is enorm ontnuchterend om het boek als een wit persoon te lezen, en je bewust te worden van de ongelooflijk vele kleine zaken die wijzen op wit superioriteitsdenken.

Als je liever kijkt dan leest: het boek is ook omgezet in een serie die in maart dit jaar op BBC is uitgezonden.

 

Intro uit het boek ‘Noughts and Crosses’:

Honestly, Mrs Hadley,’ said Meggie McGregor, wiping her eyes. ‘That sense of humour of yours will be the death of me yet!’

Jasmine Hadley allowed herself a rare giggle. ‘The things I tell you, Meggie. It’s lucky we’re such good friends!’

Meggie’s smile wavered only slightly. She looked out across the vast lawn at Callum and Sephy. Her son and her employer’s daughter. They were good friends playing together. Real good friends. No barriers. No boundaries. Not yet anyway.

It was a typical early summer’s day, light and bright and, in the Hadley household anyway, not a cloud in their sky.

‘Excuse me, Mrs Hadley.’ Sarah Pike, Mrs Hadley’s secretary, approached from the house. She had shoulder-length straw-coloured hair and timid green eyes which appeared permanently startled. ‘I’m sorry to disturb you but your husband has just arrived. He’s in the study.’

 

Wat mij met een mokerslag raakte nadat ik een beetje verder was in het boek, was dat ik me bovenstaande scène niet per se met zwarten in de rol van werknemers voorstelde, maar wel automatisch dat de werkgever wit was.

En in de eerste aflevering van de serie kwam het me onbewust een beetje raar over toen ik alleen maar witte obers zag op een duidelijk elegant, duur feestje waar alle feestvierders zwart waren.

Dat is pijnlijk om te beseffen. Maar het is goed om het je te realiseren, er bewuster van te worden en gewoon toe te geven dat ons wit superioriteitsdenken heel, heel erg diep zit.

                        

                        


Reacties

  1. Superrrrr goede blog zussie! En oh zo waar. Veel te confronterend voor de gemiddelde witte persoon vrees ik om zo eerlijk naar jezelf te kunnen en willen zien en dat je deel uitmaakt van het probleem. Ik probeer er me zo bewust mogelijk van te zijn en betrap mezelf elke dag! Werk aan de winkel!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Ik kijk uit naar je opbouwende kritiek!

Populaire posts van deze blog

Verassingslunch door collega's

De ondankbare vluchteling

A thought about voluntarism