Ons moemoe is weg
Daar zit ik dan. Heel ver weg van mijn familie. Met wie ik graag samen dit verdriet zou willen dragen. Verdriet dat
alleen maar om mezelf gaat. Want ons moemoe, die is erg blij eindelijk haar achtjaarlange wens toegestaan te krijgen: om weer bij haar man te zijn. Om
over zijn buikske te kunnen wrijven bij het slapengaan. Om elkaar te kunnen
vertellen over de fratsen van het laatste achterkleinkind.
Acht jaar geleden is de liefde van haar
leven gestorven. Enkele jaren later is ze in een ouderlingenflat gaan wonen
waar ze elke dag eten geserveerd krijgt en dagelijks iemand langs komt om te
zien of alles oke is. Haar zeven dochters en zonen kwamen dagelijks langs, de
kleinkinderen wat minder maar ook af en toe.
Bij mijn jaarlijkse bezoekjes aan België
ging ik ook steevast langs. Het was altijd fijn haar te zien, hoewel ik de
geestelijke achteruitgang zag. Niet veel, maar vierennegentig jaren zijn er
heel wat. Elk jaar nam ik afscheid met in mijn achterhoofd dat het misschien de
laatste keer was dat ik haar zou zien.
Nu is het dan zover. Ik heb haar de laatste
keer gezien in september 2019. We hebben gezellig gekletst – wat betekent dat
ik geluisterd heb naar haar miljoenste herhalingen van hoe ze ‘ons vake’ (de
vava voor ons) mist, en hoe ze bidt tot onzen Heer dat hij haar komt halen om
weer bij haar geliefde vake te zijn. Want dat ze moe is. Dat ze een goed leven
heeft gehad. Dat ze blij is haar kinderen en kleinkinderen te hebben zien
opgroeien, maar dat het tijd is om te gaan.
Met smaak at ze af en toe van de aardbeien
of chocolaatjes die altijd klaar stonden voor haar. Eén van de liefdevolle
dochters die wekelijks voor haar naar de markt ging en haar lievelingshapjes
mee bracht zodat ze toch iets binnen kreeg, want over het algemeen was haar
eetlust ver te zoeken.
Ons moemoe was een sterke vrouw, ik kijk
nog steeds naar haar op. Ik ben erg verdrietig dat ik nu zo ver weg ben en dat
het zelfs onmogelijk is om op een vliegtuig te springen om samen met onze grote
familie dit verlies te verwerken.
Ik besef heel goed dat het een egoistisch
verlies is. Ons moemoe heeft nergens meer last van. Maar wij kijken naar het
leven van iemand twee generaties boven ons, en zien ons eigen einde dichterbij
komen. Want nu zijn onze eigen ouders aan de beurt. Hopelijk nog lang niet, maar
als ook zij deze aardkloot verlaten, dan is het onze beurt.
Dat vind ik niet zo erg, iedereen gaat dood
op een keer. Wat me raakt is dat ik wel verdrietig ben maar dat het om mezelf
gaat. Want wat als mijn ouder sterft? En ik hier ook weer ver weg zit van
iedereen? Misschien dat ik ook weer blij kan zijn voor mijn ouder, als ik weet
dat zij blij zijn met de overgang, maar ik ben nu al verdrietig voor het
verlies dat ik zal voelen, heel ver weg van mijn zus.
Hoe egoistisch.
Hoe menselijk. En ook mijn eigen keus om hier
ver weg te wonen.
Lieve moemoe. ik ga de momenten uit ons
leven altijd koesteren. Nooit vergeet ik hoe je heerlijk ongedwongen en in plat
Bevers herhaaldelijk zei: “ek verstoan heur ni zen.” Omdat je hoorapparaat niet
altijd naar behoren werkte. Heerlijke zinsnede en vooral hoe sans gêne je het
kon zeggen. Hoe wij dan met onze ogen rolden naar elkaar en probeerden in luid
algemeen nederlands nogmaals te herhalen wat we zeiden. Nog steeds verstond je
het niet, tot er iemand in plat Bevers ‘vertaalde’ wat er gezegd was, en soms
hielp dat. Heerlijk.
Lieve moemoe, in al je koppige glorie kon
je af en toe het bloed vanonder onze nagels halen met je pertinente: “Dat heb
ik nooit gezegd.” Terwijl je zelf dat ‘wat je nooit gezegd had’ in je agenda
had laten schrijven omdat je wist dat je geheugen niet meer zo perfect was.
Fijn dat je in alle rust bent overgegaan,
nadat al je kinderen je bij uitzondering toch mochten bezoeken. Bedankt om een
geweldige moemoe te zijn, ik zal altijd mijn (kinder)herinneringen met jou koesteren.
Dankjewel voor de heerlijke rozijnenbroodjes die we samen gemaakt hebben en zoveel meer!
BeantwoordenVerwijderen