Klaar voor een uitdaging? Neem het openbaar vervoer in Oeganda
Taxi park in Kampala |
Openbaar vervoer is een uitdaging, om het
positief te benoemen. Ik zou ook kunnen zeggen: a bad trip through hell. Het
kan meevallen, het kan tegenvallen. Het eerste jaar dat ik in Oeganda woonde
deed ik alles met openbaar vervoer. Ik ben blij dat ik dat gedaan heb, weet wat
het is en hoe het werkt. Maar ik was enorm opgelucht toen we een auto kochten
en onszelf in onze eigen tank in het gewoel dat verkeer heet konden storten.
Openbaar vervoer kan ook een sedan zijn.
Een auto waar naast de chauffeur vooraan drie volwassenen zitten (beeld je dat
in op de foto). Eentje heeft dan inderdaad haar benen rondom de pook
gedrapereerd. Gelukkig hoeft de chauffeur die versnellingspook niet al te vaak
vast te grijpen aangezien bijna alle wagens automatische versnelling hebben.
Degene die aan de deur zit krijgt waarschijnlijk een blauwe plek ter grootte
van de handvatuitstulping van de deur in zijn linkerdij. Toch als die persoon
een blanke is met een zacht velletje zoals ik, niet gehard door weer en wind en
hard werk.
Achteraan kunnen vijf volwassenen naast elkaar in visgraatmotief geschikt worden, met af en toe
een kind tot een gewicht van laten we zeggen dertig kilogram of een lengte van
één meter op iemand zijn schoot. Tussen de benen worden kippen, zakken met
bonen of een grote tros matooke bananen geplaatst.
De kofferbak staat wagenwijd open, wordt volgepropd tot maximale hoogte zodat de jerrycans, matrassen en valiezen boven het dak uisteken en het
deksel met een touwtje vastgebonden wordt aan de onderkant.
Het is een wonder hoelang deze wagens het volhouden op de modderige wegen vol
gaten waar ze vol gas doorheen scheuren.
Uiteraard zijn er ook de handige bodaboda’s. Brommertaxi’s
die alles, maar dan ook echt alles wat je kunt bedenken, kunnen vervoeren. Denk
aan een bed+matras, een varken, koe of geit. Honderd kippen. Acht kinderen
(geen grap, heb ik zelf gezien). Een andere boda. Een nieuwe cabine voor een
vrachtwagen. Echt waar, noem iets en het kan.
Ik mis die soms wel in Antwerpen als ik ben gaan shoppen en de volle 200 meter naar een tramhalte moet wandelen met mijn handen vol zware boodschappentassen. In Oeganda stopt er binnen de minuut een boda vlak voor je neus.
Het enige openbaar vervoer dat ik af en toe
nog neem zijn de grote bussen of voornamelijk de ‘coasters’ (middelgrote bussen). Die zijn
koning op de weg en drijven iedereen letterlijk van hun baan. Ze zijn in die
zin ‘veiliger’ dat op de Oegandese baan altijd het recht van de grootste telt.
Mijn laatste busreis was van Kampala naar
Masaka. Dat valt meestal redelijk goed mee. Je gaat naar het nieuwe taxipark.
Het oude taxipark is niet voor bussen naar Masaka. Ik weet ondertussen in welke
hoek de bussen voor Masaka vertrekken. Bij aankomst roepen er verschillende
mannen naar je om te vragen waar je heen gaat. Meestal bedoelen ze het goed en
leiden ze je naar de bus die ‘op het punt staat te vertrekken.’ Want in Oeganda
vertrekt er niets voor het volgeladen is. Soms huren ze mensen in om de bus te bemannen
zodat ze voller lijkt en klanten denken dat ze bijna gaat vertrekken, om drie
uur later nog steeds in de blakende zon te zitten zweet lekken in een bus die nog
steeds ‘bijna’ gaat vertrekken.
Dat heb ik een keer gehad.
Niet deze keer. Ik kies bewust voor een coaster.
Een halfgrote bus waar vijfendertig mensen in mogen zitten en ook niet meer dan
dat. Masaka is de eerste grote stad op weg naar het westen en is een populaire
bestemming. In Kampala heb ik nog nooit langer dan een half uur moeten wachten
voor de bus vol zit en effectief vertrekt.
Deze keer ging het zelfs sneller. Om zeven
uur ’s ochtends zijn er veel mensen die reizen. Je wil niet te vroeg zijn, want
dan moet je langer wachten, maar dan heb je wel een stoel met een normale zit
en rugleuning. Als je later komt zijn er enkel nog de klapstoeltjes in het
gangpad die overblijven. Die hebben een lage rugleuning en je moet regelmatig
opstaan om anderen door te laten.
Er zijn voor- en nadelen aan alles.
Ik had geluk. Er was nog een ‘goede’ stoel
over, naast een gedistingeerde oudere man.
En het was nog vroeg, dus tien minuten nadat
ik me had neergevlijd, vertrok de bus. Met verbazingwekkende precisie die
voortkomt uit vele malen herhaling, manoevreerde de chauffeur zich uit de
mierennest aan kleine busjes en mensen overal tussendoor. Bekijk nogmaals even de eerste foto om het beeld voor je te zien. Dat beeld is niet gewoon een parking. Daar beweegt effectief vanalles heen en weer.
Het verkeer in Kampala was op dit uur ook
al in volle gang, maar de chauffeur wist welke sluipwegen te nemen en in iets meer
dan een half uur waren we de stad uit, op de weg naar Masaka.
De reis verliep voorspoedig. De chauffeur reed
in verhouding redelijk goed. Hij haalde zware en trage vrachtwagens in zonder
al te grote risico’s te nemen. Een auto inhalen met nog 200 meter te gaan voor
je een blinde bocht ingaat, is toch best te doen?
Na de nodige stops in Nyendo, een voorwijk van Masaka, arriveerden we in het rumoerige taxi park van Masaka town. Bij het
uitstappen werd ik voor een keer niet overstelpt met brommerchauffeurs die me
als klant wilden. Ik wandelde tevreden naar mijn werk. Mooi op tijd aangekomen,
het was nog maar tien uur ‘s ochtends.
Dit was één van de betere openbaar vervoer
ritten. Ik was een gelukkig mens om weer heelhuids aangekomen te zijn.
PS: alle foto's zijn gevonden op internet.
Reacties
Een reactie posten
Ik kijk uit naar je opbouwende kritiek!