Tanzania

Voor wie er nog zin in heeft volgt hieronder een zeer lang verslag over onze rondreis door Tanzania.
De highlights die we in Tz bezocht hebben: Serengeti en Ngorongoro national park (3 dagen camping safari), Lushoto, Usumbara Mountains (4 dagen, wandeltocht), Zanzibar (Stonetown en Bwejuu beach, 5 dagen).

Verder hebben we nog enkele plaatsjes gezien waar we onderweg geslapen hebben: Bukoba (nacht ferry naar Mwanza), Mwanza (safari regelen), Karatu (platte rust wegens constipatie problemen) en Moshi.
In Moshi hadden we het idee om op de slopes van Mount Kilimanjoro te gaan wandelen, kwestie van die berg toch ook een keer van dichtbij te hebben gezien, maar we hadden allebei zo'n degout van die stad. Echt ni te doen. Heet, duf, vuil, stoffig, irritante touts. Dus hebben we beslist om er zo snel mogelijk weer te vertrekken.
Het was goed als tussenstop omdat het anders wel een hele lange reis geweest zou zijn van Karatu naar Lushoto.

De ferry naar Mwanza was heel leuk. Blijkbaar wordt je op een meer niet zo snel zeeziek als op open zee, dus dat was al heel tof, en verder had ik het gevoel op de Titanic te zitten. Niet qua pracht en praal, maar wel qua verdeling van de klassen. Wij hadden een eerste klas ticket gekocht, goed voor een prive hutje met stapelbed.
2e klas was een hut voor 6 personen, en 3e klas gewoon zitplaatsen.
Wij stonden braaf in de rij aan te schuiven om ons te laten checken op luizen alvorens aan boord te gaan, tot er een gast langs kwam die vroeg welke klasse we hadden en ons toen door stuurde naar de volgende ingang waar we zo konden opstappen zonder aanschuiven.
Het 1e klas dek was bovenaan, en de passagiers van de andere klassen kwamen daar niet. Ik denk niet dat het verboden was, maar ze deden het gewoon niet.
Heel maf, en ik moest toen echt zo hard aan Titanic denken.

Aan boord (of eigenlijk vlak ervoor) een ouder koppel leren kennen, Beatrice et Bernard (B&B), uit resp. Bxl en Parijs. Hele leuke mensen, waarmee we onze safari hebben gedaan en nog verder mee gereisd tot in Moshi. Toen hadden we het wel gehad met hun gezelschap, en zij met dat van ons, en zijn onze wegen weer gescheiden.

Het was een rustige overvaart, midden in de nacht aangelegd bij Rubondo Island om allerlei voedsel (voornamelijk matooke bananen) op te slaan. Er werden ook levende kippen verkocht aan particulieren aan boord, en ik vroeg me af of ze die snachts zouden slachten en verorberen. Aangezien ik me niet op het 3e klas dek heb gewaagd, zal ik het nooit weten.

Lekker geslapen, om 6u wakker gemaakt door de gigantische misthoorn die ze bij wijze van aankomst en wekker 2x heel lang laten loeien. Rustig opgestaan (we hadden tot 8u om van boord te gaan), onze spullen gepakt en in paniek tegen Tina gezegd: "Tina! We moeten onze afval (lege flesjes water) zeker zelf meenemen, want ze gooien dat hier gewoon overboord, in het meer!!"
Man daar was ik niet goed van. Ik wist al wel dat afval hier gewoon overal in het rond wordt gestrooid, maar zo gewoon het water in… ik weet ni, dat vond ik echt nog erger.

In Mwanza hebben we in een leuk Lutheriaans hostel geslapen. Volgens de Planet 'spartaans' maar volgens onze bescheiden normen heel ruim, licht en aangekleed.
Met z'n vieren op stap om safari te regelen.
Uiteindelijk een camping safari met auto, diesel, chauffeur en gids, huur tenten, matjes en slaapzakken en de entry fees voor 280 euro pp geregeld bij Masumin Safaris. Zeker niet slecht!
Eten gingen we zelf kopen en klaarmaken, maar uiteindelijk bleek onze gids ook kok te zijn en wou hij voor een extra fee wel eten inkopen en klaarmaken, wat we dan gedaan hebben ($ 26 pp voor 2x ontbijt en 2x diner).

2,5 dagen rondgereden in de Serengeti (oorspronkelijk eigenlijk Sirenget volgens de Masai taal) en Ngorongoro. Zalig. Enige jammere was dat we een slechte batterij hadden in de auto, en de chauffeur de auto dus niet wou stil leggen als we in alle rust wat naar de beesten wilden kijken.
Dat was echt wel spijtig, maar ja.

Serengeti betekend: eindeloze vlakte, en daar is geen woord van gelogen. Ongelooflijk hoe groot en uitgestrekt dat is. Heel dat gebied is zo groot als Belgie! Ongelooflijk. Landschap is laag begroeid, en wisselt stukken af: begroeid, kaal of rots-eilandjes. Rotsen die daar door de Ngorongoro vulkaan gegooid zijn (lang geleden). 
Eindeloos genieten. Beesten die vrijelijk in grote kuddes rond lopen, vlak bij de auto soms.
's Avonds tent opgezet (allez, toch vooral de gids heeft dat gedaan), heel lang gewacht op ons eten, maar leuke verrassing, want de kok had ook nog een cake gebakken voor de verjaardag van Bernard. Heel lief.
's Nachts hyena's horen grommen en vechten over de inhoud van de vuilbak bij de keuken, zo'n 10m van onze tent vandaan. Ik maakte me er niet teveel zorgen om. Dat gebeurd wel meer, en als het gevaarlijk zou zijn voor de toeristen zouden ze daar vast iets aan doen. Dus ik werd wakker, luisterde verrukt naar deze natuurlijke nachtgeluiden, en sliep verder.
Tina had er meer schrik van, dankzij de Lariam. Ze heeft echt doodsangsten uitgestaan en dacht dat de hyena's ook ons zouden komen oppeuzelen.

's Ochtends opgestaan vol blauwe plekken. Zo'n dun matje is echt niets voor 2 prinsessen op de erwt zoals Tina en ik…

2e nacht was al even erg, weinig geslapen, maar leeuwen horen brullen (vorige nacht ook, maar toen wist ik nog niet dat dat leeuwegebrul was…).

3e dag aangekomen in Ngorongoro NP (daar moet je zowieso door om weg te geraken richting oost, wel slim, want je moet opnieuw entry fees betalen).
's Ochtends moesten we ook beslissen of we langs wilden gaan in een Masai dorp (tegen betaling). Niemand behalve ik wou gaan. B&B hadden dat al eens gezien, Tina was heel sceptisch en vond het allemaal flauwekul. Ik twijfelde heel erg, maar wou dan toch gaan. De rest deed daar niet moeilijk over en ging mee.
In het begin voelde ik me heel erg opgelaten, Tina verschool zich achter de camera. Heel goed, want fotos trekken vond ik helemaal toeristisch. We kregen een welkomstdans (springende en zingende mannen en vrouwen), ik moest mee doen, het is heel duidelijk op de foto's dat ik me niet echt op mn gemak voel.
Daarna hebben we een manyatta bezocht, dat zijn de hutjes waar ze in wonen. Zooo klein en heet!
En dan natuurlijk het belangrijkste deel (voor hen toch): marktje kijken en juwelen verkopen.
Ze zeggen geen prijzen, je moet eerst alles meenemen dat je wil hebben en dan geven ze een totaal prijs. Gigantisch duur. Heb er de helft afgekregen, en dan nog was het veel duurder dan elders in het land. Maar goed, we zullen maar denken dat we de plaatselijke economie steunen.
Nog gaan kijken in de 'school', bestaande uit 1 iets grotere hut vol kids tss 2 en 5 jaar schat ik. Ze zeiden braaf het ABC in het engels en toen vroegen ze daar ook nog is voor donatie.
Ik zei dat het goed geweest was.

Dan wilden de warriors per se met ons op de foto, en eentje stak zowat zijn tong in Tina haar oor.
Daarna kreeg ze ook nog 10 koeien aangeboden om te trouwen met een andere. Ik heb nog wat proberen onderhandelen voor meer koeien (ze is ten slotte wel blank he!), maar hij had er maar 10, en ik weet ook niet zeker of Tina er wel akkoord mee was.

Verder door eindeloos lege vlakten, geen boompje of struikje te bespeuren. Verschillende auto's in beide richtingen tegen gekomen, en ze reden allemaal goed door op de grindweg (ik schat gemiddeld 60 km per uur). Aangezien er dikwijls kuddes antilopes, zebra's of gnoes in de buurt van de weg waren en deze ook wilden oversteken, voelde ik me daar ineens toch wel wat schuldig dat ik door hun gebied scheur en ze niet eens rustig de weg kunnen oversteken zonder constant opgeschrikt te worden door het verkeer.
Dat was de reden dat ik geen gorilla's wou bezoeken, en nu deed ik eigenlijk net hetzelfde: invasie van de dieren hun woongebied…

Maar ja, te laat, ik was er al 2 dagen doorheen aan het razen. Gelukkig hebben de chauffeurs en gidsen blijkbaar toch wel enige opleiding of instructies mee gekregen waar ze zich ook aan houden. Normaal rijden ze helemaal niet snel, ze mogen ook onder geen beding tuuteren of anderszins de natuur verstoren.
Toen we gingen lunchen checkte onze gids de tafel met zonnedak eerst op slangen, en we mochten een heel klein eindje te voet gaan wandelen om naar hippo's te kijken in de nabij gelegen rivier.
Ook toen ik iets te ver afdwaalde (nog geen 20m) werd ik direct terug gefloten. Voor mijn eigen veiligheid, maar nog meer om zeker niks te verstoren in de natuur. Je mag nooit van de aangeduide paden afwijken.

Maar goed, Ngorongoro vulkaan lonkte in de verte. Het leek zo gigantisch ver weg, maar was uiteindelijk slechts 35km verder. Afstand inschatten is heel moeilijk op zo'n open vlakte. Tina en ik dachten dat het zeker 100km was ofzo.

Het landschap veranderd weer abrupt. Van eindeloos niets naar prachtige heuvels/bergen met ongelooflijk groene valleien en flanken. Gehoefde beesten nog steeds alom tegenwoordig.
Masai dorpjes ook, deze keer zonder speciale oprit om de 4WD's van de toeristen te kunnen ontvangen.
Aan de rand van de beroemde Ngorongoro krater gestopt om van het uitzicht te genieten.
We kregen er geen genoeg van. De gids heeft ons verschillende keren moeten aansporen dat het echt tijd was om te gaan, we hadden nog een stukje te rijden.
De krater was heel anders dan ik me had voor gesteld. Veel en veel wijder en kaler en dieper.
In het midden was een zoutmeer, wat me erg aan New Zealand deed denken (Wai O Tapu).
Ver in de diepte wees de gids enkele zwarte stipjes aan die beesten moesten voorstellen.
Zal wel…

Ik kan hier blijven over schrijven, maar je moet het gezien en gevoeld en ervaren hebben.
Het was gewoon fantastisch. Heel anders dan Sirenget, even indrukwekkend, op een heel andere manier.
Absoluut de moeite waard.

Gelogeerd in Karatu, in een mooi Lutheriaans hostel, rustige tuin, ruime kamer en badkamer, muggennetten met bijna geen gaten in.
Wegens al een week niet meer naar de wc kunnen gaan daar een extra dag gebleven om te bevallen (zo voelde het toch) aangezien ik er ondertussen heel veel last van had.

Ook onze reisgezellen B&B bleven een extra dag, daar waren gekneusde ribben de oorzaak (dat hebben wij leken toch gediagnostiseerd).  

De bus op naar Arusha (afgruwelijke plaats), andere bus naar Moshi (al even erg), de Kili bewonderd van op het hotel-dakterras, gaan slapen, de Kili nogmaals bewonderd en weer de bus op naar Mombo. Daar weer een andere bus op, recht de bergen in, op een spannend slingerpaadje.
De chauffeur is dat duidelijk gewoon, en na 3 maanden afrika kijk ik niet meer zo heel erg op van de manier van rijden, die eigenlijk veel beter mee valt dan iedereen denkt.

Vele chauffeurs, zeker van openbaar vervoer, rijden heel roekeloos als in: te hard en vooral op een blinde plek aan een voorbijsteek manoevre beginnen.
Als er dan toch een auto aankomt uit de andere richting, gaat die gewoon een beetje opzij om de andere door te laten.
Als je dat in Europa probeert zal de andere zelfs nog wat gas bij geven en al zeggen: wat een zot! Ipv wat assertiever en toleranter te rijden, de situatie in te schatten en gewoon wat plaats te maken.
Veel beter opgelost, en met veel minder stress.

Lushoto in de Usumbara Mountains zou een grotere plaats moeten zijn, ik heb dat zo niet gezien, maar ja, heb het stadje zelf eigenlijk amper gezien.
Daar zijn we via een plaatselijke organisatie (Tayodea) op een 3-daagse trektocht vertrokken. Ik was er nogal sceptisch over. Drié dagen wandelen? Ik was al moe van die 15km in mei voor de Lange Stappers.
Maar de gids verzekerde ons dat het niet zwaar was, dat we er fit uit zagen, en dat we op elk moment vervoer zouden kunnen regelen als het niet meer zou gaan.
Vooruit dan maar, off we go!
Gelukkig dat we het gedaan hebben, het was fantastisch. Idd niet te zwaar, hoewel de zon soms heel heet was. Aangezien wij daar niet zo aan gewend zijn en het pad bij tijden erg steil omhoog ging, hebben we wel enkele liters zweet achter gelaten.
De gids was heel goed, maakte een lekkere lunch klaar, wist allerlei te vertellen, soms wat veel. Hij was heel enthousiast, maar af en toe is stilte ook leuk.
Het landschap was weerom prachtig. Groen begroeide bergen, rode paadjes er tussendoor. Mooi.
Voor het eerst in mijn leven kameleons gezien, op mijn hand gehad en van kleur zien veranderen. Heel cool.

De 1e nacht in een sisters convent geslapen, geluisterd naar de sisters die devoot, mooi en meerstemmig hun eer aan God bezongen, gemediteerd, een beetje tipsy geworden en naar de sterren gestaard.
Weerom zalig.

Volgende dag in de namiddag aangekomen in Mtae, het einde van de wereld. Het was heel heiig, anders hadden we de Kili kunnen zien. In de verte lag de grens met Kenia.
De uitzichten waren adembenemend. In stilte naar de zonsondergang gekeken, daarna gerookt als een turk, met een glas bananenbier erbij (zie fotos). Tina ziet er echt als een gangster uit, om bang van te krijgen!
Ook weer een gezellige avond.                     

Zalige douche gehad trouwens, emmer-gewijs. Eerst water op een open vuur opwarmen, daarna mengen naar believen met koud water en over je heen plenzen met een klein kannetje. De beste douche die ik ooit gehad heb, en ook wel verbazingwekkend met hoe weinig water je jezelf lekker kan wassen.

De vroege ochtendbus (4u30 vertrekken…) zat ei- en eivol. Nog nooit gezien. Mensen vielen bijna flauw van het gebrek aan lucht, verschillenden begonnen over te geven. Na veel moeite eindelijk mijn raampje open gekregen, waarna er gelukkig wat lucht binnen kwam, maar ook veel koude wind. Het gangpad stond met 3 mensen breed vol (op de smalle kant gezien he), allemaal op en over elkaar. De conducteur klom over de zetels naar voor en naar achter om zijn geld te innen (voor iedereen evenveel, of je nu een zetel had of niet).

Toen kwam het moment dat wij er uit moesten. De bus zat nog even vol, en we zaten ongeveer in het midden. Onze rugzak hebben we gewoon door het raam naar buiten gezwierd, en Tina dacht er serieus over om ook door het raam te kruipen. Ik zag dat niet zo zitten, het was echt hoog en een klein raampje. Dus zijn we conducteur-gewijs over en onder en tussen de mensen op het gangpad door gekropen. Onze gids ging eerst, zodat wij in zijn zog konden volgen.
Ongelooflijk. Ik dacht alweer wel wat meegemaakt te hebben in Uganda qua volstouwen van voertuigen, maar dit sloeg wel alles. Zelfs de gids had dit nog nooit mee gemaakt.

Na dit sportief/natuurlijke intermezzo weer vroeg de bus op, om in 1 lange ruk naar Zanzibar te reizen. Op de ferry over zee zijn we beiden ziek geworden, ondanks medicijnen.
Half gammel formulieren invullen, want hoewel Zanzibar bij Tanzania hoort, hebben ze een hele grote mate van zelfbestuur, zelfs met grensposten.
Daarna bijna een paar papasi (touts/zelf aangeprezen gidsen) wat klappen verkocht. Ik voelde me écht niet lekker, en die bleven maar door zagen dat we naar dié kant moesten, goei hotel, of wat we morgen gingen doen, dat ze echt de beste trips voor ons hadden.
Man serieus, ik draaide me op een gegeven moment om met het idee die gast echt vét zijn verdiende loon te geven. Gelukkig draaide Tina zich op hetzelfde moment om en was me net (iets beleefder) voor.

Eindelijk weer eens een echte stad, met leuke straatjes om in te verdwalen, ooit mooie architectuur, nu zwaar aangetast door de hoge luchtvochtigheid en zeer slecht onderhouden.

Als we ooit al dachten van gezweet te hebben in mainlaind Tanzania, dan kenden we Zanzibar nog niet. De luchtvochtigheidsgraad is hier fors hoger, en het zweet liep in beekjes van ons af zodra we ergens binnen zonder zeebriesje waren.
Gelukkig is de architectuur arabisch geinspireerd en zijn veel huizen er op gebouwd om lucht te laten circuleren. Jammer genoeg niet in onze slaapkamer. Het was daar om te stikken. Tina had er veel last van en heeft de rest van de week nog amper geslapen.

Na enkele dagen Stonetown was ik wel toe aan wat strand. Tina was bang dat ze zich snel zou vervelen. Op aanraden van onze Italiaanse hotelmanager zijn we naar Bwejuu beach gegaan. De chauffeur heeft ons daar op een plaatsje afgezet waar ik helemaal van droomde, en nog voor een betaalbare prijs ook: bungalow onder de bomen op het witte strand, uitzicht op een knalblauwe zee. Stralend blauwe hemel en een knalgele zon. Jammer geen cocktailbar, maar er waren er genoeg in de buurt.
Ik weet dat ik mezelf herhaal, maar het was fantastisch.

Bij eb trok de zee zich wel 2 km terug, en je kon er niet naar toe wandelen (wij toch niet) omdat we niet wisten waar de goede paden waren. Het zand was bijna drijfzand, waar je heel diep in wegzonk. Ook veel zeewier. De lokale bevolking kon er wel door en ging bij eb vissen/schelpen rapen/vangen.
's Ochtends en 's avonds konden we dan zwemmen in de zee, en dat water was zeker 40 graden! Echt warm he, zoals een hete douche. Kei maf en dus ook niet zo heel verfrissend. Maar als je dan nat uit het water kwam en de wind op je lijf blies was het heerlijk.

Na 2 dagen was het tijd om weer naar Stonetown te gaan om 's ochtends vroeg onze vlucht van Zanzibar via Dar es Salaam naar Entebbe te nemen.
Znz – Dar ging goed, tot we opnieuw (in hetzelfde vliegtuig) stapten voor de volgende vlucht, en de kapitein zei dat het hem heel erg speet, maar dat er een technical problem was en of we aub weer wilden uitstappen.

6u en weinig communicatie later (en de laatste keer dan ook nog enkel in Swahili) werden we op een andere vlucht gezet, naar Nairobi. Daar weer overgestapt om uiteindelijk dan toch in Entebbe te landen.
Eind goed al goed, maar het was wel het zoveelste vervoersprobleem dat we hadden.
Geeft ook weer een andere dimensie aan mijn werk bij DSI, Rode Kruis. Ik begrijp nu uit eigen ondervinding hoe verschrikkelijk dat voor slachtoffers moet zijn om geen informatie te krijgen.

In Entebbe nog 3 dagen beetje genikst en gewacht, om de laatste dag toch nog even onze mail te checken en te zien dat onze vlucht naar huis met Egypt Air gecanceld was wegens politieke onrust in Cairo.
Wij naar de luchthaven om daar te horen dat de office van Egypt air niet bemand is en dat we naar Kampala moeten voor herboeking.
Toch wel een zware tekortkoming van EA dat er gewoon niemand in de luchthaven is om de gestrande passagiers op te vangen!

Soit, we zitten sebiet (fingers crossed) op een directe vlucht met SN Brussels. Nog 12u en ik ben weer in Belgie.
Heb het weer heel moeilijk met achterlaten/afscheid nemen. Tranen springen weer spontaan in mn ogen. Das ook elke keer hetzelfde he.
Het is ook maf dat ik bijna 4 maand ben weg geweest en nu dit avontuur afsluit. Wie weet met een nieuw begin door hier te komen wonen…




Reacties

  1. Wat een saflet van een tekst om mee af te sluiten - waarvoor dank =).
    En het is een beetje laat, maar toch: welcome back! Tot donderdag!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Best wel grappig om te lezen omdat het zowat het zelfde is als je verteld hebt. Veel succes met het nakende avontuur :) Watch out Uganda!!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ja Lenke,

    Hier kan je nog jaren op teren, zoveel indringende ervaringen op redelijk korte tijd.
    Maar alles geeft je alweer een beter beeld van Afrika en maakt het waarschijnlijk makkelijker om je mogelijke Ugandese toekomst in te schatten.
    Welkom back in onze westerse, moderne maar gestresseerde wereld.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Ik kijk uit naar je opbouwende kritiek!

Populaire posts van deze blog

Verassingslunch door collega's

De ondankbare vluchteling

A thought about voluntarism